De wereld is een feest!

26 maart 2015 - Bengaluru, India

Lieve sistaaaaa!

Zo, Bob de Bouwster yogini met muscles vaaan Mestreech, je hebt me wat afgesjouwd in de afgelopen periode. Wauw. Proficiat met je nieuwe stulpje! Jouw eigen plekje waar dromen werkelijkheid worden zodat zelfs Disney World er niet aan kan tippen. Behalve het geknabbel van de muisjes dan… Ik ben heel blij voor je met deze sprong en ontzettend benieuwd naar je nieuwe wereldje waarin je bent beland. Wat heerlijk dat ik dit home sweet sistaaa home over een paar dagen zelf mag komen ervaren!

Heel fijn ook om te lezen hoe het met je gaat. De afgelopen weken verkeerden we in zulke andere werelden dat onze woorden het niet altijd konden bijbenen. Gelukkig is er nog altijd het onzichtbare lijntje waar jij het altijd over hebt. Toch ben ik ook blij te lezen dat de vertraagde luchtpost vanaf de Kilimanjaro gelukkig nog goed is aangekomen!

Terwijl jij nog flink wat dieper aan het diggen was in Hollandse klei en je hele hebben en houden heen en weer sjouwde, worstelde ik me van de Afrikaanse bodem naar de Nederlandse grond om vervolgens weer te aarden in de rode stofwolken van Incredible India. Verschillende werelden met telkens weer andere aangezichten. Een horizon die niets meer is dan een illusionaire luchtspiegeling en verder reikt dan dat ik kan waarnemen. Het heeft in die zin wel wat weg van Disney World, maar dan anders. Afhankelijk van hoe het licht valt, zie ik de wereld in een perspectief dat niet meer in een hokje te plaatsen is. Mijn realiteit verandert met de dag en tegelijkertijd heb ik het leven in al zijn facetten nog nooit zo realistisch waargenomen. Een uitgebreid kleurenpalet met een licht-donkerwerking die zorgt voor de nodige nuance in het geheel. De wereld draait en ik rol van de ene plek naar de andere, met een grote kinderlijke verbazing waarbij mijn mond nog net niet open valt, tollend om mijn eigen as.

Ik neem een hap van mijn Arabisch ontbijtje in Abu Dhabi, terwijl ondertussen de zon opkomt. Een tussenlanding. Een plek tussen werelden waarop ik even besef waar ik nu ben, terwijl alles ondertussen gewoon doordraait. Sabbelend op een knoflookolijf, heerlijk zo op de vroege ochtend, tuur ik de verte in. Tegelijkertijd is alles zo dichtbij. Ik kijk en zie hoe vol mijn leven is. Hoe vervuld ik ben met alles wat ik meemaak. Met een grote slok cappuccino spoel ik de humusresten weg uit mijn mond en vervolg ik mijn weg naar de Indiase modder.

Maar niet alvorens ik de adembenemende uitlaatgassen van Delhi heb ingeademd. De zware muffe deken van smog en opgewarmde plakkerige teer die over me heen valt als ik het vliegveld uitloop is bijna niet te dragen. Daar zouden ze zelfs op de Kilimanjaro moeite mee hebben. In een benevelde toestand van zwarte roet sjouw ik door naar een van de buitenwijken van Delhi, niet ver van het vliegveld vandaan. Onderweg zie ik behalve bergen afval ook de schrijnende armoede langs de wegen liggen, dat nu harder binnenkomt dan ooit tevoren. Bedelende kinderen in vodden, verminkte mensen zonder armen of benen, plastic zeilen die als huis dienen, rottend voedsel en hier en daar een rat. Dood of levend. Jouw muisjes zijn er niks bij. Massa’s vliegen en ander ongedierte en niet te vergeten het helse kabaal overal. Mumbai is heftig, maar op deze plekken in Delhi lijkt de stadse sfeer nog grimmiger. Uitkijkend naar mijn rustige oase in deze doodsheid, blijkt mijn hotel Shanti Palace bij aankomst er op de foto toch net iets anders uit te zien. Ook een Magisch Hotel, maar dan op zijn Indiaas. De vredigheid is ver te zoeken in dit onderkomen waar de dozijnen mannen met tulbanden die toevallig op dezelfde gang slapen als ik, zorgen voor het koninklijk tintje. Luid schreeuwende tv’s, ruziënde mensen en slaande deuren maken het geheel tot een overvolle bazaar waarin je de uitweg niet meer kunt vinden. Labyrint. Spelletjes zijn niet zo mijn ding. Ik sla mijn ogen verzuchtend ten hemel in een soort van oh ooooohmmm Teletubbie stijl. Welkom in India. Voor het geval ik het even vergeten was…this is it!

Zo zijn er nog wel wat meer dingen waar je niet onder uit komt in dit ongelofelijke land. Ook al crepeer je van de honger of sterf je aan armoede, enge ziektes of gewelddadige verkrachtingen, het leven is hier een groot feest. Letterlijk. Ik weet niet hoeveel feestdagen India telt, maar het zijn er behoorlijk wat. En of je wil of niet, je doet gewoon bij alles gezellig mee. Eentje spant hierbij de kroon, die ik heel toepasselijk kan opzetten als ik wakker wordt in mijn Shanti Palace. Holi. Het feest van de kleuren waarbij symbolisch de overwinning van goed over kwaad en recht over onrecht wordt gevierd. Tevens duidt het ook het officiële einde van de winter en begin van de zomer aan. Ruimte voor nog meer zon in ons leven dat voorspoed en geluk met zich meebrengt. Dit uitzinnige festival gaat gepaard met een geweldige traditie, namelijk het elkaar besmeuren met kleuren op straat. Gewapend met poeders in allerlei kleuren en geuren, gaan mensen massaal de straten op waarbij het de kunst is om iedereen die je tegenkomt op de een of andere manier een veeg kleur te geven, met het gezicht als favoriete schot in de roos. Als je nog meer feestgedruis wil, kun je er ook voor kiezen om erna de massa nog eens te bekliederen met water en als je nog meer lol wil dan gooi je nog een eitje of tomaatje toe. Die vervolgens weer dankbaar van de straat bij elkaar worden geraapt door de armetierige kastelozen, zodat iedereen een graantje meepikt van dit dolle feest. Overvloed in alles. Niks is te gek.

Shanti Palace bleek in de ochtend nog zijn naam eer aan te doen door de vrede enigszins te kunnen bewaren en zo kwam ik er in Delhi nog goed vanaf met een schoon gezicht en dito kleding. Dus toen ik in Rishikesh midden op een plein afgezet werd door de taxi met de mededeling dat hij ook niet wist waar het hotel was, maar het moest ergens aan de overkant van de Ganges zijn, zwaaide ik in diezelfde heilige overtuiging mijn rugzak over mijn schouders en zette ik mijn tocht vrolijk te voet voort.

Op heilige overtuigingen kun je niet altijd blind vertrouwen.

Zo’n tien passen verder had ik de eerste veeg al op mijn gezicht zitten. Vijf meer en ik had er evenveel bij. Vervolgens vermenigvuldigde dat keer twee met iedere stap die ik zette en voelde ik me na honderd meter net een gekleurd geblutst paasei. Want, bij iedere kleur die ik kreeg, werd ik ook meteen getrakteerd op een stevige omhelzing en een aai over mijn bol. Happy Holi! Tollend in de rondte, topzwaar van mijn rugzak, rolde ik eindelijk na een half uur de trap van het hotel op, waar ik onder luid gelach werd ontvangen. Een prachtplaatje. Zo’n kleurrijk exemplaar hadden ze vandaag nog niet gezien. Een meesterwerk van de hand van de lokale bevolking. Het resultaat mocht er wezen. Frank Govers zou wederom trots op me geweest zijn, ware het niet dat ik helaas geen Robijn Fleur & Fijn bij me had om mijn gepoederde en besmeurde kleren en tassen te wassen. Maar onder een douche met een piezelstraaltje kom je ook al een heel eind en gelukkig kijken de zwervers op straat niet op een vlekje meer of minder als je ze wat kleding geeft.

Van dat fleurig en fijn gewassen varkentje, besloot ik me maar eens samen met de koeien die op deze heilige plek in overvloed aanwezig zijn te begeven naar het volgende festijn. Het Internationale Yogafestival aan de oever van de Ganges. Ook zo’n feest van heilige overtuigingen, mensen in geuren en kleuren en besprenkel met water, maar dan net even anders. Voor de serene rust hoef je hier niet perse naar toe trouwens. De wereldhoofdstad van de yoga trekt jaarlijks tig duizenden pelgrims aan die met de nodige rituelen hun guru komen vereren aan de voet van de Himalaya. Ik val van de ene verbazing in de andere als ik door het stadje loop en de aaneenrijging zie van yogaschooltjes, ashrams, tempels, healing centra, massagesalons, Ganesha beelden, wierrookdampen en hippiekleding, waar moeder Ganga zoals de rivier hier liefkozend wordt genoemd, flexibel haar weg doorheen vindt als een ervaren yogini. Alsof ik door het decor loop van een film, neem ik de wereld om me heen met een nieuwsgierige glimlach op. De mensen die een rol spelen in dit stuk zijn mogelijk nog interessanter om te zien. Sanyassins, saddhus, over de datum hippies en zweverige newage meisjes, zwaaiend met wierrookstokjes naarstig op zoek naar zichzelf. Hippe eco-chicks die paraderen met rappende ‘om namah shivaya’ gangsteryogis, afgewisseld met verlopen gasten die duidelijk ergens een afslag hebben gemist en de gewone huis-tuin-en keuken Indiër die zijn waar aan de man, vrouw of iets wat daar tussen in zit probeert te brengen. Het is een vrolijke boel daar aan de Ganges, waar het terugtrekken van de zintuigen niet echt wordt gestimuleerd, maar ach, we gooien er gewoon nog een mantraatje overheen, afgesloten met een liefdevolle Hari Om en dan is alles weer goed. Zo deden de Beatles dat destijds en sindsdien is er niet veel veranderd in deze stad. En zo oooomen we gezellig door met zijn allen. Behalve als er een zogenaamde zeer speciale belangrijke swami voorbij komt. Dan wordt er wel diep gegaan hoor. Tot op de bodem wel te verstaan. Het is een amusant gezicht hoe hele menigten uit elkaar splijten als de hoge heer vergezeld van gewapende body guards met geweren die ik voor het eerst zie, zijn intrede doet in het mensenvolk. Aanbidders die met bosjes op de grond vallen, diepe buigingen maken en als het even kan de voeten proberen te kussen van de grote meester, die op zijn beurt niemand een blik waardig gunt, even aan zijn baard trekt en vervolgens zijn plek inneemt op een luxe fauteuil in een met goud versierde tempel.

Kayoko en ik besluiten om ons maar gewoon te richten op datgene waarvoor we hier zijn. Beetje focus kan geen kwaad in deze doldwaze chaos. Met onze dristhi gericht op het promoten van de initiatieven van Yoga Gives Back en het delen van ervaringen van Expedition KILI, proberen we mensen warm te maken om terug te geven aan het land waar yoga vandaan komt. Een mooiere voedingsbodem dan hier in Rishikesh kunnen we niet vinden zou je zo zeggen. Duizenden yogis waarmee we yoga hebben ervaren in de breedste zin van het woord. Een overvloed aan sadhus die alle aardse geneugten hebben opgegeven. Bekende docenten van overal ter wereld. Alle yogavormen bij elkaar. Eenheid. Bewustzijn. Liefdevolle energie. Echter op diezelfde plek blijkt het gek genoeg moeilijk te zijn mensen te vinden die niet alleen bezig zijn met hun eigen persoonlijke ontwikkeling, maar daarbij ook graag iets willen doen voor de medemens vanuit hun hart.

Moeder Ganga keerde haar tij op internationale vrouwendag. De Seva Celebration, het initiatief van een yogaclub die alles zo’n beetje waarneemt van een nabij gelegen berg verderop, was een groot succes. Een yoga event in het teken van arme vrouwen en meiden in India. Opeens kreeg YGB veel aandacht. We stonden niet alleen als goededoelenorganisatie waar alle opbrengsten naar toe gaan in de spotlight, ook was er ruimte om ons verhaal te doen in het openbaar, droeg onze geliefde magnificent ocean Daphne Tse speciaal een miniconcert aan ons op en verkochten we onze shirts en praatjes bij de vleet. De minister van yoga was helaas verhinderd, waarschijnlijk was de wondere wierook in combinatie met het hoge bewustzijnsniveau iets te bedwelmend, maar zijn afgevaardigde, zeer gecharmeerd van onze initiatieven, beloofde ons plechtig zich op landelijk niveau voor ons in te gaan zetten. In India is het altijd maar even afwachten wat hier uiteindelijk van terecht komt, maar we zijn in ieder geval doorgedrongen tot de Indiase yogatop.

Die, als ik heel eerlijk ben sistaaa, ook wel iets weg heeft van soort van maffia. Aan het einde van de dag kregen Kayoko en ik wel een hele speciale VIP behandeling van de grootste opperguru, grootgrondbezitter van de sjiekste yogaenclave die Rishikesh rijk is. Pujya Swamiji is een man wiens portret op ieder uithangbord en aanplakbiljet prijkt omgeven door een gouden aureool. Posters en flyers met zijn verschijning kleuren de hele stad en overal wordt zijn aanwezigheid vereerd. Voor ons dus een hele eer dat wij met zijn tweetjes een privé satsang met hem kregen, vergezeld van speciale kruidenthee en turkish delight, we vervolgens naast hem mochten staan tijdens de speciale puja aan de oever van de Ganges, zijn gouden kandelaar konden vasthouden en nog meer van dat geneuzel. Dat nog even doorging tijdens het onderonsje erna, waarin ons geldbedragen werden toegezegd waar je u tegen zegt, dat zo maar tussen neus en lippen werd meegedeeld terwijl we van de heerlijkste Indiase lekkernijen snoepten, die jonge knapen gedwee voor ons opschepten.

En dat opscheppen, daar konden ze zelf ook wat van. Over bezittingen en volgelingen. Over geld. Over bewustzijn. Alles werd in een adem genoemd en ik hield hem af en toe in. Omdat de dingen die gezegd werden me soms pijn aan mijn oren deden. Ik de neiging bijna niet kon weerstaan om op te springen en te vragen hoe het hier in godsnaam in elkaar zit. Praatjes vullen geen gaatjes. Donkere ondefinieerbare holen werden zichtbaar en ik vroeg me af wat er allemaal werd verstopt. Zoveel mooie woorden. Een opstijgende stroom van blabla die vervliegt in het luchtledige geheel, omdat het nergens blijft plakken en de aarding ver te zoeken is. Is dit bewustzijn op hoog niveau? De simpele verwerkelijking van het woord naar de daad lijkt nog een kwantumsprong te ver. Ik bijt op mijn lip. Ik voel mijn kaken krachtig op elkaar klappen, terwijl de deur van de luxe limousine dichtslaat en we naar ons stulpje worden gebracht.

Ik kijk door het raampje en zie hoe de lucht transformeert in een magisch tafereel. De avondzon die dwars door de wolken schijnt. Ik lach. Het geheel is zo absurd dat het lachwekkend is. Yoga tot de macht oneindig dat leidt tot misbruik in het kwadraat zonder dat het gedeeld kan worden. Ik ben blij met mijn wortels in de aarde die me grip geven op situaties zoals deze.

Op heilige overtuigingen kun je niet altijd blind vertrouwen. De boodschap is niet bestemd voor dovemansoren. De rijkdom ligt in de eenvoud die de daad bij het woord voegt.

Simpele daadkracht. Daar ontbreekt het bij Mister Prasanna niet aan. Deze bijzondere business man, een begrip in de Indiase zakenwereld, heeft een geweldig project opgezet in het zuiden van India, dat ik samen bezocht met Kayoko en Jayadev, de eigenaar van het weeshuis, na onze wilde yoga avonturen in Rishikesh. Een totaal andere wereld laat zich aan me zien. In afgelegen dorpjes wordt daar keihard gewerkt door met name vrouwen, die zich storten op het samen maken van prachtige natuurlijke producten, variërend van sarees, kurtas, blouses, beddengoed, tafellakens en nog veel meer. Op natuurlijke en ecologisch verantwoorde wijze naaien, weven en borduren de vrouwen alsof het een lieve lust is. Alle producten worden vervolgens verkocht in mooi opgezette winkeltjes in de grotere dorpen en steden in de buurt. De opbrengst van deze coöperatie wordt gestoken in het verbeteren van de leefomgeving, creëren van sanitaire voorzieningen en onderwijs van de kinderen. Het is geweldig om te zien hoe hele dorpen opleven door dit bijzondere initiatief. En het loopt als een trein. Steeds meer Desi Charaka shops openen hun deuren en er wordt zelfs gedacht aan een exportlijn naar het buitenland.

Onder het genot van een stukje watermeloen, zittend op een bananenblad deden Kayoko, Jayadev, Prasanna en ik zaken op Indiase wijze met de Hollandse slag. Recht door zee, to the point en gericht op praktische haalbaarheid, zonder de liefdevolle idealen uit het oog verliezend. Geen woorden, maar daden.

Ik ben dan ook best wel een beetje trots je te kunnen vertellen dat Deenabandhu als onderdeel van dit succesvolle Charaka initiatief een mooi project gaat introduceren in Chamarajanagar. Samen met de hulp van Yoga Gives Back en de donaties van Expedition KILI wordt er een vrouwenopvangwerkplek gecreëerd, waar verstoten vrouwen terecht kunnen om te werken aan een betere toekomst voor zichzelf…en voor de kinderen! Deze werkplek, die tevens een lokale Desi shop zal worden, zorgt voor een enorme boost voor de lokale bevolking en daarmee bereiken we een nog groter geheel met onze donaties. De opbrengsten van de producten die verkocht worden gaan ook naar de kinderen van Deenabandhu en tevens vormt dit nieuwe project ook een werkervaringsplek voor de oudere kinderen van het weeshuis en de school. En…een exportlijn van prachtige natuurlijke yogatassen is in de maak. Is weer een wat anders dan Lullemon en Manduka.

De rijkdom ligt in de eenvoud die de daad bij het woord voegt. Ik hou van simpele waarheden, die zich het best laat zien als er niks is.

In bedjes gemaakt van bamboe die meer een soort van hangmat effect gaven, sliepen we in een lemen hutje. Zonder water, zonder elektriciteit. Maar wel met de mooiste sterrenhemel die zich zelfs door het rieten dak liet zien. We aten mee met de vrouwen die daar acht uur lang achter elkaar aan het kantklossen of weven zijn. Rijst met prut, het eten van het volk. Met het kaarslicht op de achtergrond werd een lach, gesmak en een boer gedeeld. Weinig woorden. Af en toe een grom of een kuch, waarbij ik zelf vrolijk meedeed. Mijn droge keel die van al het rode stofhappen als schuurpapier aanvoelde moest toch echt even gehydrateerd worden. Mijn filterwater was op. Waarom probeerde ik niet wat water uit de bron, dat is zo lekker zacht?  Mister Prasanna was er heilig van overtuigd dat ik het echt eens moest proberen. Jayadev waarschuwde me nog of ik dat wel zou doen? Maar eigenwijs als ik ben had ik al een flinke slok genomen. Die me de dagen erna flink is blijven achtervolgen door mijn hele lijf met als gevolg dat ik helemaal geen slok meer binnenhield. Maandenlang was ik eraan ontkomen, maar nu moest ik er ook aan geloven. De fameuze Delhi belly in het kwadraat zorgde voor leegloop in mijn lijf, een zeer intensieve mula bandha training en vauman dauti (de zogenaamde yoga kotskria) bijeen. Ik heb nog nooit zoveel Indiase wc’s van dichtbij gezien. Het toilet, of wat daarvoor moet doorgaan, uiterlijk is niet belangrijk zullen we maar zeggen, was mijn beste vriend geworden…en daar moet je soms wat voor opzij zetten in India. Of je ogen dicht houden. Neus dichtknijpen. Niks proberen aan te raken. Blijven ademen dat ging nog net en daarmee was alles gezegd.

Op heilige overtuigingen kun je niet altijd blind vertrouwen. Dat bleek wel weer.

Gelukkig was daar mijn maatje Lokesh die me kwam verzorgen in Bangalore waar ik inmiddels gestrand was in een hotel. Een trouwe ziel die de miljoenenstad afcrosste om voor mij medicatie en ORS te vinden, me voorzag in schoon water en appelsap en me op sleeptouw nam in de trein richting Mysore, toen ik na twee dagen weer enigszins op adem was gekomen. Samen zetten we  onze weg voort naar de wondere wereld van Deenabandhu, waar ik op slag van alles genezen was, toen ik van de ene omhelzing in de andere viel tijdens een ongelofelijk warm welkom. Uitgelaten kinderen die van gekkigheid niet wisten waar ze het moesten zoeken. Vanuit de verte kwamen ze al op me afgerend. Anouk akkaaaaaaaaaaa!!!! Met een brok in mijn keel, die me nu allesbehalve misselijk maakte, tilde ik ze een voor een op, zwaaiend in de rondte. Ze lieten me niet meer los. Trots lieten ze hun vlinders zien die ik ze had gegeven voor mijn vertrek. Ze hingen nog steeds om hun nek. Of ik had gewonnen op de Kilimanjaro? Of we meteen yogasana gingen doen? Akka please? Voetbal kon ook. Of volleybal? Akka come. Akka this is a gift for you! En weer werd ik bedolven onder de tekeningen en zelfgemaakte cadeautjes. Knuffels bleven maar komen en de liefde stroomde. Het was zo fijn weer terug te zijn.

Trots als een Indiase pauw en ongelofelijk dankbaar, deden ze de Kilimanjaro armbandjes om die Afrikaanse weeskinderen voor ze hadden gemaakt. Ik leerde ze de betekenis van hakuna matata en we zongen, vertelden verhalen en knuffelden tot laat in de avond. Onze dag kon niet meer stuk. Verguld en vervuld viel ik op mijn houtenplankenbed in slaap, met het gejank van de honden op de achtergrond. Alles was nog precies zoals het was.

Hoewel…Het zijn de kleine dingen die verandering groots maken. In het grote constante geheel zit beweging als je net even iets langer kijkt, maar ook weer niet lang genoeg om te zien waar de beweging naar toe gaat.

Rennend door de velden voel ik de zon al op de vroege ochtend branden op mijn huid, de rode klei tot droge stof verwarmend, dat je bij iedere inademing belet volledig door te ademen. Mijn adem stokte ook even toen ik de vrouwen niet meer zag zitten tussen de potten en pannen bij de laatste drie hutjes waar ik altijd zwaaiend langsloop. Volledig verlaten. Zelfs geen muis te bekennen. Bij een hutje verderop vroeg ik wat er was gebeurd. Vertrokken naar Dubai. De mannen des huizes hadden een geweldig aanbod gekregen om daar te werken in de bouw. Ze zouden goed geld gaan verdienen zodat ze de hele familie kunnen voorzien en de kinderen naar school kunnen laten gaan, iets dat ze zelf nooit hebben gekund. En in Dubai is alles voor hun geregeld hoor. Onderdak, eten en drinken. Het enige wat ze hoefden te doen is een bepaald bedrag te betalen, maar dat hebben ze zo weer terug verdiend en ze moesten ook hun paspoorten inleveren. In verband met het visum enzo.

Ik schrik. Toevallig had ik net een artikel gelezen over de erbarmelijke omstandigheden waarin veel Indiërs leven in Dubai. Hoe ze behandeld worden als slaven op een manier zoals je je hond nog niet behandelt. Zonder eten, zonder drinken, zonder geld en zonder paspoort. Als gevangenen werken de mannen in de brandende zon, met gevaar voor eigen leven. Ze kunnen niet weg. Ze hebben niets meer. De familie wacht en verwacht groot geld, tot in den treure en tevergeefs, want ze horen niks meer van hun mannen, die vaak van de aardbodem te lijken zijn verdwenen. Trots vertelt de buurvrouw dat de vrouwen met de kinderen nu zolang bij de schoonouders wonen. Ik denk aan alle horrorverhalen van de behandeling van schoondochters in dit land, hun mannen die op onmenselijke wijze aan hun einde komen onder de skyline van Dubai. Waar gaat dit heen? Waar houdt het op?

De horror was ook schrijnend aanwezig in de vooruitgang op school en de therapiesessies. Het is dubbel te zien hoe vooruitgang tegelijkertijd ook een hoop leed losmaakt. De kinderen hebben enorme stappen gezet. Zo klimt Chetan niet meer in de bomen, maar hangt hij nu continu als een aapje om mijn nek. Aaron spreekt in hele volzinnen. Parvati straalt terwijl ze trots op zichzelf laat zien hoe ze danst. Shekar en Sherda die blij herenigd zijn met hun moeder die nu een baantje heeft in Deenabandhu. Aishabi’s vader houdt zijn handen thuis nadat hij op het matje is geroepen op school. Avinosh’ schoolprestaties zijn omhoog geschoten. En zo gaat het maar door. Als een speer vooruit. De beweging is niet meer te stoppen. De kinderen blijven delen in de sessies. Gedempte putten worden opengebroken. Heilige kalfjes kruipen stuk voor stuk langs de putrand omhoog. Het lijkt een gebed zonder einde. Een enge film die niet stopt. Nog meer verhalen. Nog meer trauma’s. Trillend vertelt Shivakumar waarom hij altijd zo bang is en schichtig om zich heen kijkt. Zijn oom. Zijn vader is tot twee maal toe aan de dood ontsnapt, nadat zijn eigen broer hem probeerde te vermoorden. Shivakumar zag hoe het leven langzaam uit zijn vader liep toen de sterke handen van zijn oom zijn keel dichtkneep. Uit radeloze woede greep Shivakumar het eerste beste wat er in zijn buurt stond en smeet dat in de richting van zijn oom. Recht in de roos. “Ik wist niet dat ik zo goed kon mikken” zegt hij lachend door zijn tranen heen. Het Ganeshabeeld raakte zijn oom vol tegen zijn hoofd. De stevige greep om de keel liet los en zijn vader kon weer ademen. Versuft krabbelde zijn oom overeind en zwoor dat hij Shivakumar en zijn vader op een dag zou vermoorden. Zijn vader rende het huis uit, de noorderzon tegemoet.  Niemand weet waar hij is.  Zijn moeder besloot om haar enige zoon naar Deenabandhu te brengen. Daar was hij tenminste veilig. “Maar ik ben nog steeds zo bang, akka” snikt Shivakumar inmiddels diep weggekropen in mijn schoot, de rillingen over zijn lijfje lopend.

Op school vertelt de lerares Parvati me vol blijdschap dat haar zus die nacht een baby’tje heeft gekregen. Twee dagen later valt ze me huilend in de armen. Ze weet niet meer hoe het verder moet. Haar zwager heeft zijn net bevallen vrouw in een dronken bui in elkaar geslagen, waarop haar zus haar spullen heeft gepakt en nu ook in het hutje bij Parvati vertoeft. Daar zitten ze dan. Op vier vierkante meter. Samen met hun moeder en twee andere kinderen. Een plek waar geslapen, gekookt en gewassen wordt. Zonder bedden. Op de lemen grond. In het regenseizoen loopt het water door het rieten dak naar beneden en wordt alles nat. De drie vrouwen zijn stuk voor stuk lopende tijdbommetjes die op exploderen staan van emotie. “Wat moet ik doen? Ik kan niet meer, Anouk”. Parvati weet niet meer waar ze het moet zoeken. Iedere nacht huilt ze zichzelf in slaap. Ze is op zoek gegaan naar een lening. “Als ik ergens geld kan lenen, kan ik een eigen hutje bouwen en kan ik in ieder geval goed voor de kinderen van mijn zus zorgen. Mijn moeder en zus kunnen dan verder ruziën  in hun eigen hut. Zo krijgen de kinderen in ieder geval geen klappen meer.” Maar de wet wil niet dat ongetrouwde vrouwen een lening opnemen. Overal krijgt ze nul op rekest. “Het is zo oneerlijk. Moet ik dan maar een man nemen? Ik wil niet Anouk, ik wil niet eindigen zoals zoveel vrouwen hier.”

En dan gooien we er gewoon maar weer een feestje tegenaan. Reden genoeg om het leven te vieren, nietwaar? Niks geen einde. Gewoon het begin. Er is immers een nieuw jaar aangebroken voor de Hindus. Happy Ugadi! Het begin van een nieuw tijdperk, dat misschien dit jaar wel het begin is van een nieuw begin? Wat het ook moge zijn, een ding ontbreekt niet op deze dag. Want, een goed begin is het halve werk en daar hebben we een stevige bodem voor nodig. Eten. Traditioneel wordt er met Ugadi een bord gevuld met zes verschillende smaken gegeten, dat ook alle uiteenlopende aspecten van het leven symboliseert. Een gelijk verdeelde mix van deze aspecten bestaat uit bloemknoppen van de kerrieplant voor bitterheid, dat verdriet aanduidt. Jaggery, de Indiase geraffineerde suiker en stukjes rijpe banaan voor zoetheid, dat wijst op blijdschap. Groene chili en peper zorgen voor pittigheid, dat woede symboliseert. Zout wijst op angst en zure tamarindsap voor walging en ongerijpte mango tenslotte voor verbazing.

Zo, daar krijg je me even wat op je bordje. De wereld in al zijn facetten met alles wat er is. Honger of niet. De smaken van het leven die we allemaal dienen te accepteren. Dit proef ik ook terug in de verschillende werelden waarin ik verkeer. Er is geen goed of fout, het hoort er allemaal bij.

Avinosh die niet te troosten is op de dag dat ik vertrek. Kumar die iedere nacht in tranen naar me toekomt omdat hij zo bang is dat ik wegga, omdat zijn moeder hem ook diep in de nacht heeft verlaten. Als een muisje zijn ieniemienie plekje inneemt op een van de planken, opgerold met een glimlach op zijn gezicht. Met de meisjes dans ik op tafel en rol ik van het lachen over de grond nadat we de rijpe bananen met onze handen hebben gekneed tot prut voor we er een hoop ragi meel overheen gooien als ingrediënten voor onze cake. Maar je hoeft niet alles voor zoete koek te nemen. De woede die ik zie bij Prem Kumar, psychopaatje in de dop, die genoeglijk in zijn handen wrijft als het slachtfeest is aangebroken en hij de kop van een kip mag afhakken in zijn dorp, maar dit eigenlijk het liefst bij zijn vader zou willen doen, omdat hij iedere dag de boel kort en klein slaat thuis. De smaak van de pittige sambar brandt op mijn tong en het zweet dat me uitbreekt, laat een zout spoor achter op mijn huid. De angst dat de bloedmooie Deenabandhu meisjes ten prooi vallen aan ongecontroleerde mannelijke driften, grijpt me naar de keel. Misselijk van alle ellende die ik zie om me heen, voel ik hoe het maagzuur me opstoot. Daar kan geen glaasje tamarindsap tegenop. Proost. Een stomp die me even wakker schudt. Dit is het leven. Dit is de wereld. Dit is waar ik ben.

En het is goed. Ik neem nog maar eens een hapje van mijn spicy mango papaya salade waar ik mezelf net op heb getrakteerd in een van de hipste hotspots van Bangalore. Vol verbazing over alles wat ik meemaak en nieuwsgierig naar alles wat er komen gaat. De scherpe randjes blussend, proost ik met een lassi, op beweging, heilige overtuigingen, simpelheid en alles wat daar tussenin zit. De wereld is een feest.

Ik kan niet wachten om dit weer even samen te vieren met jou!

Tot heel gauw lieve sistaaaa! Bepakt en bezakt met de nodige porties zon in mijn hart verlaat ik dit ongelofelijke land, klaar om een frisse duik te nemen in de Nederlandse wereld. Ik stuur je alvast een warme knuffel tegenmoet! 

xx

Foto’s