Een super Indiaas elfde gebod

27 januari 2015 - Bengaluru, India

Lieve super sistaaaaa,

Dankjewel voor je mooie warme woorden uit de stad van de liefde, die jammer genoeg niet zo sterk aanwezig was toen jij er vertoefde. Wat een begin van het nieuwe jaar… Die hakte er in als een donderslag bij heldere hemel. Geen roze wolkje meer te bekennen. Gelukkig laat jij je niet zo gauw uit het veld slaan en vind ik het mooi te lezen hoe je ook hier weer een draai aan weet te geven. Hoe is het nu met je? De start van het nieuwe jaar voor jou ging dus vooral om het afsluiten en loslaten van bootjes op zee en het herbepalen van je eigen koers. Ik ben blij te lezen dat je stevig aan het stuur staat en vol vertrouwen de toekomst tegemoet gaat, met je yogamat als onafscheidelijke mascotte aan je zijde.

Nu zitten we toch een beetje in hetzelfde schuitje, lieve sistaaa, want ook ik moet er aan geloven. Mijn verblijf hier zit er bijna op. Afsluiten en loslaten, al is het maar voor even, van alles wat ik hier in de afgelopen periode heb opgebouwd. De bijzondere mensen die ik heb ontmoet. De verhalen. De plakkerige kinderhandjes die me vanaf het eerste moment dat ik hier was hebben vastgepakt, houden me nog steeds stevig in de greep. Loslaten is niet hun sterkste kant. Afscheid nemen voor mij evenmin. Beetje lastig als er wel een vliegtuig met draaiende motoren klaar staat om me weer naar Nederlandse bodem te brengen.

Tot op de bodem. Zo diep ben ik wel gegaan in de afgelopen periode. Inmiddels sjravel ik al een maand of vier rond in de Indiase klei en Incredible India heeft behoorlijk wat stof voor me doen opwaaien op allerlei fronten. Nu de deeltjes langzaam maar zeker allemaal naar beneden zijn gedwarreld, ontstaat er een helder beeld en passen de stukjes als een puzzel in elkaar die ik onbewust aan het leggen ben. Zonder eindresultaat overigens, want deze puzzel is nooit af. Iedere keer komen er weer nieuwe stukjes bij. Het is als een trompe l’oeil. Het gaat maar door en door. Maar door de typische Indiase chaos ontwar ik steeds meer structuur en patronen en zie ik een soort van geheel. Na een tijdje helemaal ondergedompeld te zijn geweest in hardcore Indian life, ben ik in staat om de tien Indiase geboden op te stellen, die natuurlijk ook net zo goed elf of meer hadden kunnen zijn, mogelijkheden en opties genoeg in dit land. En daarbij is alles relatief. Het is net als de menukaart in een restaurant waar tig verschillende dingen opstaan, zoals we die ook van onze Thaise avonturen kennen. De vraag is alleen of je krijgt wat je wil en als je dat krijgt of dit hetzelfde is als op de kaart staat, maar de keuze is reuze, dat staat vast. Mocht je me ooit een keertje hier willen komen opzoeken, dan kom je al heel ver als je de volgende geboden in acht neemt.

1. Kijk een gegeven koe niet in de bek

De koe is een heilig dier en krijgt overal voorrang, waar je ook bent. Nog steeds verbaast het me hoe het hele verkeer ontregeld kan zijn als er weer eens een koe midden op straat staat en alles wijkt om dit dier vooral maar geen strobreed in de weg te leggen. Maar op figuurlijk niveau betekent dit ook dat je als gast alles dient te accepteren en nee is een woord dat niet bestaat in deze context. Al zeg je honderd keer dat je genoeg rijst hebt, dan nog doen ze er een schepje bovenop. Ook al vind je iets afgrijselijk vies, eet het toch maar gewoon op. Het is heel belangrijk dat je met een stalen gezicht alles blijft slikken, want als je laat merken dat het misschien toch niet zo je ding is dan heb je de poppen aan het dansen. En zoals dat met alle dansoptredens gaat hier in India, die duren heel lang. Zelfs als je wordt uitgenodigd in een hutje dat van ellende uit elkaar valt en waarvan je weet dat de mensen geen rooie roepie hebben, dan nog is het zeer onbeleefd als je de banaan uit je mond wil sparen die de gastvrouw van haar spaarcentjes net op de markt heeft gekocht. Bij alles wat je eet is het overigens belangrijk dat je gewoon accepteert dat mensen voor je komen zitten en kijken hoe je iets opeet. Dat kijken, of zeg maar liever aanstaren, is namelijk ook een geliefde bezigheid van veel Indiase mensen en dat wil je ze natuurlijk niet ontnemen.

2. Opgeruimd staat niet zo netjes

Afval gooien we gewoon op straat. De wereld is toch een grote bak ellende, dus daar kan best nog wel een schepje rotzooi bovenop. Inmiddels wordt er gelukkig steeds meer ingepakt in oude kranten, maar plastic zakken zijn nog steeds zeer geliefd. Dus overal waar je komt, al is het bij een prachtige tempel of een of ander offeraltaartje, ligt er wel een smeulende berg afval te rotten in de zon. Vermengd met de weeïge wierookluchten, exotische kruiden en specerijen en niet te vergeten oud zweet, is dit een overheerlijke combi waarvan het water je uiteraard in de mond loopt. Dat water spuug je overigens gewoon uit, nadat je het vooraf hebt laten gaan door een luide rochel waarmee je alle stof en bacteriën als het ware uit je keel schraapt. En je hoeft daarbij niet uit te kijken waar je fluimen terecht komen. Dus als je in de bus of de auto zit, gewoon even raampje opendraaien en loslaten die hap. Dat er dan net toevallig iemand langsloopt die dit opvangt, tsja dat is dan maar zo.

3. Check of je op een lijn zit met de ander

Een rij is een rij. Dat betekent dat je achter elkaar gaat staan, een voor een. Het liefst zo dicht mogelijk op elkaar geplakt, zodat je als je geluk hebt met je neus in de kokosolie belandt die je voorgangster net in haar haar heeft gesmeerd. Als je wat minder geluk hebt, staat er een hitsig mannetje achter je zowat tegen je aan te rijden en voel je zijn knoflookdampen in je nek hijgen. Wat het ook is, gewoon blijven staan en ademen, want als je maar even uit de rij stapt, dan heb je meteen een uitkafferende politieagent aan je saree hangen en die wil je ook het liefst gewoon op een afstand houden. Op een lijn zitten met de ander is niet altijd even makkelijk in een land waar ja vaak nee is of iets wat daar tussenin zit. Van de non-verbale communicatie moet je het ook niet hebben. De typische Indian nod, een hoofdbeweging die een mix is van ja en nee knikken, maakt het onmogelijk om te identificeren wat iemand nu echt bedoelt. Maar ook hier, oefening baart kunst en als je je voelsprieten goed gebruikt, kom je heel ver.

4. Trap een ander niet op de tenen

Als je per ongeluk iemands voeten aanraakt, dan verontschuldig je jezelf door die persoon aan te raken met je rechterhand, dan de hand naar je mond te brengen, je vingertoppen te kussen en die persoon weer aan te raken met je rechterhand. Je kunt je voorstellen welk tafereel dit met zich mee brengt in drukke menigtes of in een gezellige propvolle bus. Voor de rest mag je een ander trouwens gewoon omver lopen of rijden. Dat is geen lompigheid, maar dat hoort zo. Het is de verantwoordelijkheid van de ander hoe die hiermee omgaat. Een deur (als die er is), smijt je gewoon voor de neus van iemand anders dicht, want jij bent toch binnen? Ook als iemand enigszins afwijkt van de massa, dan mag je deze persoon recht in haar gezicht uitlachen, wijzen, bestormen van een afstand, aanraken, knijpen, foto’s maken en daarbij mag je ook alles vragen wat je maar weten wil. Dat is helemaal niet onbeleefd maar eerder een teken van oprechte interesse.

5. Neem alles met een korreltje zout en een flinke schep suiker (of meer)

India is het land van drama en de kunst van het overdrijven is hen niet vreemd. Dus als iemand je een verhaal vertelt, wat vaak voorkomt want Indiase mensen houden van verhalen, ga er dan maar vanuit dat ongeveer de helft waarheidsgetrouw is en de rest een beetje opgeblazen. Dit geldt overigens alleen voor prestaties. Als het gaat om persoonlijk leed dan is het juist omgekeerd. Hier worden amper woorden aan vuil gemaakt en dan komt de suikerpot om de hoek kijken om alle ellende te verzachten. De zoetigheid waar menigeen zich aan tegoed doet, werkt verdovend en maakt het leven een klein beetje aangenamer. Je eigen emoties laat je overigens nooit zien. Verdriet en boosheid zijn ongekende begrippen en het is vooral heel belangrijk is dat je ten alle tijden je gezicht netjes in de plooi houdt. Ook als er een foto van je wordt gemaakt. Hiervoor lach je natuurlijk niet, maar kijk juist zo serieus mogelijk alsof er net iemand is overleden. Wat ook vaak het geval is, dus dit is geen moeilijke opgave.

6. Heb uw naasten lief

Dus ga gewoon aan personen hangen en pak ze vast wanneer en waar je maar kan. India is een land van aanraking en lichamelijk contact. Kijk niet raar op als je mannen hand in hand of gearmd ziet rondlopen of groepjes mensen in elkaar gestrengeld ziet liggen op de hoek van de straat. Zonder enige vorm van seksualiteit uiteraard, want dat is uit den boze. Homoseksualiteit is zeker op het platteland nog steeds een taboe. Ik was dan ook geschokt dat er een jongetje van 4th standard in de counseling sessies van de disability groep werd geplaatst omdat hij wat feminiene trekjes zou hebben. Of ik hem niet kon genezen van deze handicap? Seksualiteit is zoals het hoort, tussen echtgenoten (niet voor het huwelijk) ergens in het geniep of wanneer een man zich niet kan beheersen en zich vergrijpt aan een meisje dat nog een kind is. Of als je gewoon even wat fruit wil kopen en vervolgens wordt meegesleurd naar een donkere ruimte, waar je nuchtere Hollandse boerenverstand je gelukkig niet in de steek laat. Kinderen die zo geliefd zijn dat ze te koop worden aangeboden vallen ook onder deze categorie.  Die zomaar verdwijnen van de ene dag op de andere. Meisjes die gewillig in de illegale prostitutie belanden omdat ze denken dat dit zo hoort, past ook binnen dit gebod. Alles om de ander te pleasen.

7. Horen, zien en vooral niet zwijgen

Maak zoveel mogelijk en zo hard mogelijk kabaal. Laat horen dat je er bent. Overal. Op ieder tijdstip van de dag. Of nacht. Gewoon altijd eigenlijk. Op straat, tijdens het eten, in de tempels, kerken. Op school. Jezelf in het middelpunt plaatsen is helemaal niet arrogant. Nee, ook dat hoort zo. En als je dacht daaronder uit te kunnen komen dan heb je het mis. Vooral als miss dokter foreigner madam yogakka is het belangrijk dat je overal komt opdraven en op een speciale stoel plaats neemt. Bijvoorbeeld pontificaal op het podium. Waar je vervolgens naar tientallen en soms wel meer als je geluk hebt, starende gezichten zit te kijken die allemaal van je verwachten dat je wat zegt, wat het is maakt niks uit want meer dan de helft begrijpt het toch niet en als je dan een paar keer een Kannada woord erdoor heen gooit, dan kun je helemaal niet meer stuk. Accepteer dat je altijd en overal aangestaard wordt. Ongegeneerd. Dat er te pas en onpas foto’s van je worden gemaakt. En dat rennen door de velden echt iets is waar mannen graag hun poepronde even voor uitstellen (het is een erg amusant gezicht zo op de vroege ochtend, mannen her en der verspreid zien zitten in hurkzit, klaar voor de strijd) Iedere dag weer opnieuw word je van top tot teen opgenomen met een blik alsof je van een andere planeet komt. Blijf lachen, wat er ook gebeurt. Ook al zou je soms iedereen van je af willen slaan. Lach. Het is je beste wapen.

8. Wees liever lui dan moe

Dat rennen doe ik overigens al geruime tijd gewoon alleen. Lokesh, mijn loopmaatje heeft er de brui aangegeven. Niks aan de hand hoor, hij had gewoon geen zin meer. Indiase mensen zijn vooral liever lui dan moe. Beweging is iets heel geks, vooral als het voor de lol is. Een stukje wandelen? Lopen is voor arme mensen. Als je enigszins wat te makken hebt dan neem je een vervoermiddel. Het hele land is bezaaid onder de riksja’s dus waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Zo’n riksja is niet alleen bedoeld voor mensen trouwens. Je kan er ook dieren in vervoeren, je huisraad of er een soort rijdende marktstal van maken. Of allemaal tegelijk, dat kan natuurlijk ook. Hoewel een riksja in principe plaats biedt voor twee personen, is het niet vreemd als dit aantal wordt verviervoudigd. Vrolijk pruttelt het karretje verder, op zijn elfendertigst uiteraard. Lopen is een stuk sneller, maar dat snelle hoeft allemaal niet zo. Daar worden we moe van. En wat doen we dan? Juist, slapen, de grootste hobby van de gemiddelde Indier. Of ze aan yoga doen? “Savasana is my favorite asana” is daarop het steevaste antwoord.

9. Liefde gaat door de maag

Eten is een van de belangrijkste aspecten van de Indiase cultuur. Van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat is eten een zeer geliefde bezigheid, waarbij het principe van hoe meer hoe beter geldt. Die preoccupatie met eten komt in alles terug en ze meten hun welbevinden hieraan af. Waar je ook komt, iedereen zal vragen of je al je ontbijt, lunch of avondeten hebt gehad. En wat je dan gegeten hebt en hoeveel. Bij wijze van groet wordt er een eetgebaar gemaakt naar elkaar toe op straat. Het eten op zich is vooral functioneel en dient het liefst zo snel mogelijk te gebeuren. Geen tijd voor een goed gesprek of gezellig natafelen, daar gebruik je maar andere momenten voor. Eten is eten, klaar. Vooral veel en veel van het zelfde. Anna sambar oftewel rijst met prut. Je ijzeren bord is ook multifunctioneel trouwens. Je gebruikt het om alles op te mixen, rijst en prut tot een derrie, maar ook als beker als er met water aangelengde yoghurt na het eten op wordt gekwakt. Zet het bord aan je mond en slurp het leeg, uiteraard wederom met veel geluid. Of als bakje om je handen in te wassen is het ook heel handig. Eten doe je zonder bestek, gewoon met je rechterhand. De linkerhand wordt nooit gebruikt en als je het toch per ongeluk doet zal men denken dat je van zeer slechte komaf bent en geen goed persoon. Je hoeft ook zeker niet te wachten tot iedereen zijn bord leeg heeft om van ‘tafel’ (de harde stenen vloer) te gaan. Als je klaar bent, sta je gewoon op en loop je weg. Niet alvorens je een paar keiharde boeren hebt gelaten uiteraard.

10. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen

Privacy bestaat niet, evenals persoonlijke ruimte. Het heeft verder niks met bemoeizucht te maken hoor, iedereen wil gewoon alles van je weten. Vooral hoeveel iets heeft gekost, wat er in je tas zit en hoeveel geld je in je beurs hebt. Heb je buitenlands geld bij je? Laat het vooral zien. In een oogwenk wordt het uit je portemonnee gegrist en gaat het van hand tot hand in het halve dorp dat net is uitgelopen om dit wonder te kunnen meemaken. Voorkruipen is trouwens ook de normaalste zaak van de wereld. Ook hier gaat het gewoon om jezelf. Als je iets nodig hebt, dan ga je recht op je doel af, zonder dat je daarbij rekening hoeft te houden met een ander. Zo hoef je een ander ook niet te laten uitpraten, je kan gewoon beginnen te vertellen op het moment dat jij daar zin in hebt. Gebruik je stem daarbij luid en hard, die heb je immers niet voor niks gekregen. Stelen is uit den boze overigens. Maar je mag natuurlijk wel gewoon foetelen, sjoemelen, buiten de marges treden, afzetten en onderhandse handeltjes sluiten. Corruptie is een ander belangrijk onderdeel van de Indiase maatschappij en zit zo diep geworteld in de cultuur dat het uitroeien ervan als onmogelijk wordt ervaren. De enige mogelijkheid is om er dan maar in mee te gaan. Hetzelfde geldt voor de genderkwestie. Mannen en vrouwen zijn duidelijk twee verschillende rassen die ook apart behandeld dienen te worden. Mannen behoren tot het hogere ras, wat betekent dat ze meer voorrechten hebben. Dat ze eigenlijk alle rechten hebben om te doen en laten wat ze willen. Vrouwen daarentegen hebben geen enkel recht, zelfs het aanrecht niet, want dat ontbreekt in de meeste huishoudens. Dus een plekje op de grond van de hut als ze geluk hebben en anders gewoon in de buitenlucht. Dan is er natuurlijk ook nog het verticale verschil, namelijk de kastenmaatschappij en het onderscheid in klassen. Hiërarchie is enorm belangrijk. Nog steeds word ik hier doctor Anouk madam genoemd terwijl ik al honderdduizend keer heb gezegd dat ik gewoon Anouk heet en helemaal geen dokter ben. “Maar je maakt ons wel beter, dus voor ons ben je een dokter”. Iedere dag wordt er wel een andere god vereerd dat vergezeld gaat van allerlei toeters en bellen. De verafgoding van guru’s gaat zo diep dat ik me vaak heb afgevraagd waar het geloof in de kracht in jezelf is gebleven. De gedienstigheid van de gehele maatschappij zorgt er ook voor dat er weinig overblijft van persoonlijke waarden en normen.

“It’s not only a country and something geographical, but the youth and home of the soul. The everywhere and nowhere. The union of all times.”

Dit plaatste ik op Facebook vlak voor mijn vertrek en nu, terugkijkend naar de afgelopen periode, ervaar ik dat niets minder waar is. Geroerd tot in mijn ziel. Een plek die bestaat als een diepgaand gevoel. Want als ik eerlijk ben lieve sistaa, dan past het meest waardevolle wat ik hier heb geleerd eigenlijk niet in een gebod. Het super Indiase elfde gebod is niet te omvatten op papier. Woorden schieten tekort als ik zou proberen te omschrijven hoe groot de onvoorwaardelijke liefde is die ik hier heb ervaren. Wat het betekent om echt te geven vanuit je hart. Zonder verwachtingen. Hoe het voelt als iemand alles voor je over heeft om je gelukkig te maken. Wat de echte betekenis van dankbaarheid is. Hoe ellende je kracht kan zijn. De schat van geluk vinden in minuscule kleine dingen. Hoe niets alles is. De essentie van yoga ervaren op het diepste niveau. Gewoon zijn. Zonder opsmuk. Puurheid. Openheid. Verbondenheid.

En nu sta ik hier, op de vooravond van mijn vertrek naar Nederland. Met een brok in mijn keel en prikkende ogen. Een weeïg gevoel in mijn buik. “Afscheid nemen bestaat niet”, zei ik tegen de kinderen, “ik ga wel weg, maar ik verlaat je niet”. Met een gekke slag probeerde ik ze als Marco Borsato imitatie een beetje op te vrolijken. Toch was het voor velen moeilijk te verkroppen. In die vier maanden zijn we behoorlijk aan elkaar gehecht geraakt en ik kan bij sommigen niet het gevoel wegnemen dat ik ze in de steek laat. Iets wat ze natuurlijk al vaker hebben meegemaakt in hun jonge leventje. Na veel beloftes en zweren op mijn hart dat ik echt terugkom, mag ik dan wel heel eventjes gaan..Als ik dan wel maar weer snel terug kom!

De laatste week leek het dan ook alsof er nog even een sprintje werd ingezet, waarin de aanloop naar mijn afscheid zich steeds verder opbouwde, toewerkend naar een climax. Opeens kwamen er hier en daar nog wat aapjes uit de mouw. De laatste indrukwekkende verhalen en de meest afgrijselijke geheimen werden nog even met me gedeeld. Iedere dag kreeg ik wel een cadeautje van deze of gene en gaf ik zelf ook alles wat ik nog in me had voor iedereen. Zo ben ik nog met de allerkleintjes naar de Mysore Zoo gegaan, een onvergetelijke dag waar de blijdschap van de smoeltjes afdroop. Verrukt met alles. Een ritje met een auto waar ze nog nooit in hadden gezeten. Een dier wat ze nog nooit hadden gezien. Een ijsje wat ze nog nooit hadden geproefd. Bijzonder was dat de moeder van Shekar en Sherda er ook bij was. Het gaat goed met haar en ze krijgt zelfs waarschijnlijk een baantje in de keuken van Deenabandhu, zodat ze haar kinderen iedere dag weer kan zien. Zo was er ook nog een hele emotionele laatste sessie met de docenten, waar de vrouwen niet stopten met huilen om mijn vertrek. Samen hadden ze geld bij elkaar gelegd om mij een prachtige geïllustreerde versie van de Bagdavad Gita cadeau te doen. In de laatste week hebben ook alle kinderen die in de therapiegroepen zaten een wens voor de toekomst opgeschreven, die ik meeneem naar de Kilimanjaro om ze daar op de top aan een koord als Tibetaanse wensvlaggetjes de wereld in te laten blazen. Op school werden de laatste dansjes voor me opgevoerd en ben ik tot in den treure bedolven onder de knuffels en kusjes. De afscheidsavond in Deenabandhu zelf hebben we gevierd met zelfgemaakt bananenbrood, ijs, een grote wensballon en muziek. Ik vertelde een sprookje van een vlinder naar aanleiding van de cadeautjes die ik had voor iedereen, gemaakt door de lieve collega’s van Yogaplace. De vlinder, die als ze geboren wordt, niet meer is dan een rupsje en hard moet werken. Totdat op een dag dingen langzaam beginnen te veranderen en de rups transformeert tot een prachtige vlinder die zelf kan vliegen. Tranen met tuiten. Sommige kinderen houden hun vlinder trouw om hun nek totdat ik weer terugkom. De serenades die ik nog kreeg van de jongens voor mijn raam. Hoe ik iedere dag weer lieve briefjes onder mijn deur vond of in mijn tas, die ze er stiekem in hadden gestopt. Hoe de grote stoere jongens opeens kleine mennekes werden als ze me hun prachtige tekeningen gaven. Bedolven onder een stortvloed van zelfgemaakte cadeautjes die maart bleef maar doorregenen met alles wat ze me wilden geven wat ze hebben, van knikkers tot speelgoed. Hun dierbaarste bezittingen. Smeekbedes om te blijven die op me werden afgevuurd. Af en toe wist ik even niet waar ik het moest zoeken. Het raakte me zo diep om hun pijn te voelen.

En toen was het echte moment van afscheid gekomen. Hartverscheurend. Nu weer als ik eraan terug denk springen de tranen in mijn ogen. De auto die ze in alle vroegte ’s ochtends samen voor me hebben gepoetst. Manjula van de keuken die in haar gebrekkige Engels me snikkend om mijn nek viel en jammerde dat het begin van iedere dag nu niet meer zo happy is als ik er niet meer ben. Kumar, die volledig overstuur aan mijn benen hing, schreeuwde dat ik niet weg moest gaan. De laatste ontroerende cadeautjes. Huilende kinderen die me allemaal tegenhielden om alsjeblieft niet te gaan. Me weer terug naar binnen sleurden en bevalen dat ik gewoon moest blijven. Stomme Kilimanjaro. In Chamarajanagar zijn ook heuvels. Daar kon ik toch ook gewoon omhoog klimmen? Of waarom mochten ze niet mee? Ze gingen dan alvast in de auto zitten. Of op de motorkap liggen zodat we niet konden vertrekken. Na de laatste verdrietige knuffels, zat ik met een enorme brok in mijn keel in de auto en liepen de tranen langs mijn gezicht. Toen we het terrein afreden, rende er een hele sliert kinderen achter de auto aan, me naroepend dat ik ze vooral niet moest vergeten en alsjeblieft terug moest komen. Ik kon geen woord meer uitbrengen tegen Lokesh, die helemaal met me mee is gegaan naar Bangalore, een rit van vijf uur en op het laatste moment nog snel een zelfgemaakt cadeautje in mijn handen stopt met een Nederlandse tekst erop wat ik pas mag openmaken in het vliegtuig.

Geraakt, ontroerd en ongelofelijk dankbaar voor alles wat ik heb mogen ervaren in de afgelopen periode, vervolg ik mijn weg. Bepakt met een enorme bagage aan onvoorwaardelijke liefde, waar niks ter wereld tegenop kan. Klaar voor de klim. Alle kinderen gaan mee naar de top. Kilimanjaro, ik kom eraan!

Maar niet voordat ik eerst jou en alle andere mensen heb gezien die me zo dierbaar zijn. Mensen die er op zo’n afstand waren vanuit diezelfde onvoorwaardelijkheid. En dan besef ik hoe ongelofelijk rijk ik ben en welk voorrecht het is om dit leven te leven. Het maakt me heel stil van binnen en doet me de grootsheid van het geheel beseffen, terwijl alles waar het omdraait gewoon heel simpel is. Liefde. In de puurste vorm.

Een geschenk dat ik zou willen delen met iedereen in de wereld en de mensen die dit het hardst nodig hebben in het bijzonder. Een cadeau dat ik iedere dag weer opnieuw mag uitpakken. Het leven is een feest.

Ik drink nog even een laatste kokosnoot voordat ik het vliegtuig in stap en proost met mezelf op dit mooie moment. In stilte, temidden van alle drukte. De tranen van ontroering verdampen in de zinderende hitte en met een diepe zucht laat ik los..

Een laatste woord gaat door me heen. Het woord dat in India overal voor wordt gebruikt.. Super! Het Indiase elfde gebod is zo gek nog niet.

Ready for take off. Eens kijken hoe de carnavalsvlag er in Limburg bij hangt.

See you soon super sweet sistaaaa!

 

xx

 

Anouk

 

 

                       

 

Foto’s